Meditatie

Dankbaarheid

Ik ben geringer dan al deze weldadigheden en dan al deze trouw, die Gij aan Uw knecht gedaan hebt.
Genesis 32 :10a

Geringer dan al deze weldadigheden en dan al deze trouw. Dat is de rechte dankbaarheid, die de Heere van een mens vraagt. Is Jacob zo blij als hij dit zegt? Dat niet, want zijn broer Ezau staat hem aan de andere kant van de Jordaan met twee legers op te wachten. Voorwaar, dat is geen reden tot blijdschap. We zouden dan ook zeggen: “Er valt voor Jacob niets te danken”. Deze blijdschap is iets anders dan dankbaarheid. Blijdschap ziet op de omstandigheden rondom zich, dankbaarheid ziet naar boven. Het zou kunnen zijn, dat u in zware omstandigheden verkeert, zoals Jacob. Geen reden tot blijdschap, maar dan nog is er reden tot dankbaarheid.

Jacob geeft ons hier een beschamende les. Hij gaat er eerst eens op letten wie hij door genade mag zijn en wie de Heere voor hem is geweest. Al is dan de toekomst ook duister en al zou God hem alleen laten tegenover de twee legers van Ezau, dan zal hij nog moeten zeggen: “De Heere is goed geweest”.

Wij kunnen beter de rampen tellen dan de weldaden. Dit verloren en dat geleden. Hier teleurgesteld en daar onze zin niet gekregen. Doch laten we er eens met Jacob op letten met wat we begonnen zijn. “Met mijn staf ben ik over deze Jordaan gegaan”, zegt Jacob, “en nu ben ik tot twee heiren geworden”. Een staf, dat was alles wat hij bezat. Een zwerversstaf. En dat was zijn eigen schuld, want elke weldaad had hij door zijn bedrog verzondigd. Maar hier ziet Jacob wie hij voor God is geweest en wie God voor hem is geweest. Al wat hij meer heeft dan een staf, dat is genade. Met niets begonnen. Al wat hij is, dat is hij door de trouw Gods. Hij zou daarom niets te zeggen hebben indien de Heere nu ophield met wel te doen.

Met wat zijn wij begonnen, lezers? Hadden we meer dan Jacob? Of hebben we meer verdiend? Zijn we ook niet met schuld begonnen? In zonde ontvangen en geboren. Tegen de goedheid Gods is gezondigd. Daarom zo doodarm van onszelf, dat het alles genade is wat we boven de dood ontvangen.

Laten we ook eens terugzien naar onze afkomst. Wie God voor ons is geweest tot op deze dag, en daar tegenover, wie wij voor God zijn geweest. In het licht van Gods goedertierenheden tegenover onze afmakingen kunnen we pas goed ontdekt worden aan onszelf. Dat zal ons alleen kunnen breken. De schuld wordt dan een schuld der dankbaarheid, en die schuld maakt een mens zo doemwaardig voor God.

“Ik ben geringer dan al deze weldadigheden en trouw”. Hier neemt Jacob een weegschaal om zichzelf af te wegen tegenover de trouw Gods. En dan is er niets van hemzelf bij. Zo veel goeds tegenover zo veel kwaads. We zouden ook kunnen vertalen: “Ik ben te gering”. Dus Jacob wil zeggen “Ik ben er te onwaardig, ik ben er te slecht, ik ben er te zondig voor”. Jacob kon onder zoveel goeds dezelfde niet blijven. Hij moest er onder bezwijken. Die trouw Gods, die trouw. Wie dat woord verstaat, hij moet er onder breken.

Zijt ge ook al geringer geworden dan al de bemoeienissen Gods in uw leven? Waar hebben de weldaden Gods ons gebracht? De Heere vordert dankbaarheid. De weldaden zullen aan de Weldoener moeten verbinden. Zoals die éne melaatse in Christus’ dagen. Hij kwam terug. De ware dankbaarheid gaat terug naar de Heere. Dat is een zeker kenmerk. Dan kunnen we ook dezelfde niet meer blijven. Dan worden we zo vernederd. En dan krijgen we op onze knieën de Heere nodig. Wat is dat een rijk leven in al de armoede. Al staan er dan twee legers voor de deur, het is nog diezelfde God van het verleden. Het wordt een vertrouwen op de Heere, Die Zijn trouw niet teniet doet. In dat verleden ligt er moed voor de toekomst. Maar dat vloeit nu alleen uit de Christus, Die alles moest missen voor Zijn ziel en lichaam. Daarom komt de ware dankbaarheid tenslotte terecht bij het kruis.

Ds. F. Bakker

Bron: Het eeuwige woord – Deel III, Ds. F. Bakker, 8e druk Uitgeverij De Banier (Utrecht)

Dagtekst

1 Timoteus 2:5-6

Want er is één God, er is ook één Middelaar Gods en der mensen, de Mens Christus Jezus; Die Zichzelven gegeven heeft tot een rantsoen voor allen, zijnde de getuigenis te zijner tijd.

ANBI | © 2024 CGK Katwijk [acc]. Alle rechten voorbehouden.